WOORDEN EN BEGRIPPEN LEREN: WAT JE AL WEET HOEF JE NIET MEER TE LEREN!
De eerste stap: wat weet je wel en wat nog niet wordt niet gebruikt. Leerlingen gaan direct aan de slag met het herlezen/overschrijven van alle woorden. Niet effectief! Je doet te veel en leert te lang.
Dat kan dus anders:
– Leer geconcentreerd,
– herhaal (bijna) dagelijks
– alleen woorden/begrippen leren die je nog niet weet.
Wat gaan wij doen?
1. De woorden gaan we groeperen: We schrijven de woorden per groep in een eigen kleur bij elkaar.
Doordat we schrijven en verbinding maken met kleur gebruiken we beide hersenhelften.
2. De woorden schrijven we in de kleur van de kleurgroep op flashcards. (de ene kant het woord de andere kant de betekenis)
3. De leerlingen overhoren elkaar/zichzelf.
4. Zo ontstaan er 3 stapels. 1: weet ik 2: weet ik een beetje 3: weet ik nog niet.
5. Stapel 3 moet iedere dag geoefend en op verschillende manieren geoefend worden.
Hoe krijg ik een puber zover dat hij/zij dit doet?
We gebruiken verschillende leerstrategieën, waarvan bewezen is dat ze effectief werken. Tijdens het oefenen maken we vooral plezier! Lekker lachen zorgt voor een ontspannen sfeer, werkt motiverend en helpt bij het onthouden.
6. We koppelen leerstrategieën aan leervoorkeuren en combineren visuele, talige en motorische manieren. Zo maak je gebruik van:
– beide hersenhelften
– wordt de informatie op meerdere plekken in je brein bewaard en
– staat het sneller in je lange termijn geheugen opgeslagen.
Overhoor jezelf regelmatig. De woorden die je al weet vallen af en je leert alleen de woorden die je dan nog niet weet.
Laatste tip:
Gebruik de SALAMI methode
Een salami snijd je in plakjes, zo doe je dat ook met lesstof. Verdeel de stof in meerdere plakjes(delen) en verdeel het over een aantal dagen. Zo heb je aandacht voor alle onderdelen van de lesstof, maar leer je niet te lang achter elkaar en behoud je de focus. Misschien kun je jouw kind hiermee helpen aan het werk te gaan en dingen te veranderen, zodat hij/zij effectiever leert.